Klein lesje yogafilosofie. 

Eén van de onderliggende principes in de yogafilosofie is Karma. Anders dan ons in de populaire cultuur wordt voorgespiegeld is Karma geen bitch, of een vergeldingsverzotte wraakgodin die boeven hun verdiende loon komt geven. Karma komt van het Sanskriet Kṛ, dat ‘doen’ of ‘handelen’ betekent. En het principe van Karma is kortweg dat iedere actie een reactie kent. Als je natuurkunde hebt gehad op de middelbare school komt dit je misschien bekend voor van de derde wet van Newton (Factie = –Freactie).
 
Nou is yoga geen natuurkunde. Het gaat in yoga over het zoeken naar minder geestelijke verstoring. Minder ruis. Dat probeer je te leren in je beoefening. Waarom dan die fysieke beoefening zo centraal staat in Iyengar yoga? In het heel kort: hoe minder ‘last’ je hebt van je lichaam, des te minder je geest verstoord raakt door gedachten aan pijntjes en blessures. Door je lichaam te leren kennen en te bewegen en gezond te houden, krijg je al vanzelf minder ruis. En bovendien kom je ook in de fysieke beoefening altijd ‘jezelf’ – je geest dus – tegen, als in een meditatie in actie. Er is dus geen duidelijk onderscheid tussen fysieke en mentale beoefening. 
 
Even terug naar Karma. Je kunt je voorstellen dat acties telkens reacties oproepen, en dat je dan vast komt te zitten in een eindeloze reeks actie->reactie=actie->reactie=actie->reactie (enzovoorts). Patañjali, de auteur van de Yoga Sūtras, zegt (in Sūtra IV.7-IV.8, als je het zelf op wilt zoeken) dat iedere handeling latente indrukken achterlaat in ons bewustzijn, die de bron zullen worden voor nieuwe acties. Als zaadjes die je zaait, en die soms jaren kunnen blijven liggen wachten op de juiste omstandigheden om te ontkiemen… maar ontkiemen zullen ze, uiteindelijk.
 
Dus roept Patañjali ons op om te kiezen voor acties die zo min mogelijk reacties oproepen. In Sūtra IV.7 zegt hij dat de ware, vergevorderde yogi ‘kleurloos’ handelt, zonder sporen achter te laten. Maar de handelingen van gewone stervelingen zijn gekleurd. Ze kunnen zwart zijn, slechte of nutteloze handelingen, met ook slechte, nutteloze gevolgen. Of wit, goede, nuttige handelingen, met positieve gevolgen. En de derde optie is gemengd, zwart-wit door elkaar. Je raadt het al, met gemengde gevolgen. De kleurloze handelingen van de gevorderde beoefenaar hebben weinig of geen gevolgen. Maar ook de minder gevorderde beoefenaar kan in ieder geval beginnen te kiezen voor acties met positieve consequenties.

Je kunt dit principe toepassen op de yogamat. Of zelfs voordat je de mat opstapt. Want als je weet dat elke actie gevolgen heeft, weet je ook dat de actie van niet-yoga-doen gevolgen heeft: je voelt je minder goed dan je zou hebben gedaan als je wel yoga was gaan doen. En bij elke houding kun je je afvragen: hoe kan ik ervoor zorgen dat de gevolgen van mijn handelen zo positief mogelijk zijn? Dan kun je besluiten om soms iets wél te doen wat je naar of moeilijk vindt, omdat je weet dat de gevolgen uiteindelijk positief zijn. En soms iets juist niet te doen wat je graag zou willen doen, omdat je weet dat je er uiteindelijk op de lange termijn meer mee opschiet om nu eventjes gas terug te nemen. Het besef dat al jouw handelingen gevolgen hebben, dwingt je tot nadenken, en het verfijnen van je acties. Skillful action, heet dat in de Bhagavad Gīta. ‘Handelingsbekwaam‘ zou je in het Nederlands kunnen zeggen. 

Ook buiten de yoga-context kun je dit raamwerk gebruiken om je te helpen bij het besluiten tot handelen of niet-handelen. Hoe dat in de huidige samenleving tot uiting moet komen, dat moet je zelf maar invullen.